zaterdag 30 juni 2012

Dag 14: Saskatchewan River Crossing - Lake Louise


Vanochtend hoefden we niet zo vroeg weg, want we hoefden geen grote afstand af te leggen: naar Lake Louise is het maar 72 kilometer. Toen ik ijs ging halen voor de koelbox werd ik aangesproken door een Canadese dame uit Quebec waar ik gisteravond ook even mee heb staan praten (ook toen ik ijs ging halen). Ik had haar gisteren verteld dat we naar Drumheller zouden gaan en zij gaf me haar visitekaartje met achterop een boodschap aan de beheerders van het Tyrell Museum, of ze 'our friends who we met @ The Crossing Motel' de 'personal tour' wilden geven. Blijkbaar kent zij die mensen en kunnen zij ons dan plaatsen laten zien waar je normaal nooit komt. Nu hadden we ons in dat museum nog niet zo verdiept (onze voornaamste reden om naar Drumheller te gaan zijn de hoodoos) maar misschien gaan we dat museum ook met een bezoekje vereren. Leuk dat de mensen hier zo open en vriendelijk zijn. Dat waren we in de Verenigde Staten ook al wel zo gewend, maar ook hier is het heel makkelijk contact maken.

Toen we vertrokken, zag de lucht er nog wel lekker blauw uit. We kwamen al vrij snel aan bij Waterfowl Lake, en heel mooi meer dat de bergen op de achtergrond mooi weerspiegelt.



Daarna kwam de stop voor Peyto Lake, een heel bekend meer, dus ook hier ontbraken de bussen Japanners niet. Het was een kort, steil klimmetje naar het viewpoint. Maar het meer was prachtig blauw!


De  volgende stop was Bow Lake. Daar hebben we eigenlijk ook alleen maar een fotostop gehouden. De kano's lagen erg mooi in het water.

Vervolgens kwamen we aan in Lake Louise. Het was nog te vroeg om in te checken, dus zijn we meteen naar Moraine Lake gereden. Het was hier erg druk, we moesten wachten op een parkeerplaats. Het is morgen de nationale feestdag hier, Canada Day, en de Canadezen zijn maandag ook nog vrij. Het is dus erg druk overal. Gelukkig vonden we al snel een plekje en we zijn over het anderhalve kilometer lange pad langs het meer gaan wandelen. Onwerkelijk, dat blauwe water. Het krijgt die kleur door een soort zand/stof dat in het smeltwater van de gletsjers zit en dat alle kleuren licht absorbeert (of reflecteert, dat ben ik even kwijt) behalve blauw.



Daarna gingen we naar Lake Louise. Hier was het op de parkeerplaats nog drukker dan in Amsterdam op koninginnedag, niet normaal. En als er dan eindelijk mensen terugkomen bij hun auto, gaan ze eerst nog eens op hun dooie gemakje een achterbak-picknick organiseren. Terwijl ze zien dat er drie auto's staan te wachten op dat plekje. Ergerlijk, dus na een half uur rondjes rijden zijn we in de berm gaan staan. Niet netjes, maar nood breekt wet.

Helaas begon het wat te miezeren toen we bij Lake Louise aankwamen. We wilden graag naar Lake Agnes wandelen, maar inmiddels ging het steeds harder regenen. Het was een behoorlijk steile wandeling (je stijgt 390 meter over een afstand van 3,7 kilometer) en ook niet echt koud. Gelukkig was de route onderweg wel mooi. We kwamen voorbij Mirror Lake (geen idee waarom dat zo heet, want iets weerspiegelen deed het niet). Uiteindelijk kwamen we bij Lake Agnes, dat nog niet eens ontdooid was!


Lake Agnes staat bekend om zijn theehuisje, dus hebben we daar een kopje thee gedronken. Het was loeidruk, maar het zag er wel gezellig uit daar: het water wordt in grote ketels op gasvuur gekookt. Ook hier raakten we weer in gesprek met iemand; ditmaal een meisje dat uit Quebec kwam en samen met haar vriend een zomer in Banff komt werken, in een koffietentje. De terugweg ging een stuk soepeler dan de heenweg, want naar beneden, en inmiddels was het ook wat droger. Tijd voor nog een paar foto's van Lake Louise, dat ook weer zo mooi blauw is, bijna melkachtig van kleur.



In het hotel zijn we meteen naar het restaurant gegaan. Althans, HET restaurant: ze hebben er hier drie, maar wij zijn vandaag voor het pizza- en pastarestaurant gegaan, waar we een 'build-your-own' pizza calzone hebben gegeten. Heerlijk! Gevolgd door een rondje zwembad-hot tub-stoombad. Dus wij zijn helemaal klaar voor morgen. De plaatselijke brandweer organiseert dan een pannenkoekenontbijt (kosten: een donatie aan de brandweer) dus daar gaan we misschien maar een kijken. Er is om half twaalf ook een optocht in de hoofdstraat, maar dan zitten we hopelijk al in Yoho National Park. Het vervelende is dat er voor de komende dagen slecht weer wordt voorspeld. Hopelijk valt het allemaal mee...

vrijdag 29 juni 2012

Dag 13: Jasper - Saskatchewan River Crossing



Vandaag was het weer een beetje grauw en miezerig. Jammer, want de uitzichten op de Icefields Parkway zijn toch het mooist als de lucht blauw is en je alle bergtoppen kan zien, maar wat we vandaag gezien hebben was ondanks de grauwe lucht toch wel erg mooi. Een klein halfuurtje buiten Jasper kwam de eerste 'attractie': de Athabasca Falls, niet de grootste maar wel de krachtigste waterval van de Canadese Rockies. Mooi om even te kijken.


Een eindje verderop kwam de tweede waterval, de Sunwapta Falls. Blijkbaar minder populair, althans, de bussenvol met Aziatische toeristen stoppen hier niet.



Des te meer bussen staan er bij de volgende stop: het Icefield Center. Het Columbia Icefield, dat tussen de bergen ligt, is de grootste ijskap ter wereld buiten de noord- en zuidpool, en hij heeft een aantal gletsjers als uitlopers. Eén daarvan, de Athabasca-gletsjer, kan je bezoeken met een special SnowCoach en dat hebben wij vanochtend gedaan. De rit erheen is al spectaculair: je gaat eerst met een gewone touringcar een paar honderd meter naar het wisselpunt, waar de SnowCoach staat te wachten. Er rijden 23 van die dingen (ieder kwartier vertrekt er een) en die zijn allemaal speciaal gemaakt om op de gletsjer te rijden. Ze kosten dan ook 1,2 miljoen dollar per stuk.



De coach reed de gletsjer op via een soort pad, ook weer een paar honderd meter, waar je de bus uit mag en rond mag lopen op de gletsjer. Degenen die mij kennen weten dat 'takkenhekel' nog een understatement is ten aanzien van mijn gevoelens jegens ijs, sneeuw en de bijbehorende gladheid, maar dit was toch wel een unieke ervaring. De gletsjer is een kilometer breed en zes kilometer lang (en hij wordt elk jaar zo'n tien meter korter) en het is heel indrukwekkend om daar op te staan. Op eigen houtje mag je de gletsjer trouwens absoluut niet betreden, er kunnen gevaarlijke gleuven in zitten en als je daarin valt, kun je tussen zes plankjes naar huis.





We hadden ongeveer een halfuurtje op de gletsjer, maar dat was lang zat, want hoewel de temperatuur op zichzelf niet overdreven laag was (een graad of tien) maakte de wind het wel érg koud. We waren dan ook blij met de combinatie vest-winddicht jack. En als je dan ziet dat mensen doodleuk op slippertjes en ballerina's uit die bus komen zetten... hartstikke gek!


Een paar kilometer verderop ligt de Wilcox Pass en daar hebben we een mooie wandeling naar boven gemaakt. Nadat we 'm hadden gevonden, althans, want we waren eerst de verkeerde kant op gereden, maar daardoor hebben we wel een aantal Bighorn Sheep mét jonkies gezien.



De afstand die we hebben gewandeld voordat we zijn omgedraaid schatten we in op ongeeer drie kilometer, maar omdat je op 2000 meter hoogte zit en het pad behoorlijk steeg was het best een flinke inspanning. Maar de uitzichten waren wel erg mooi.





Terug naar de auto voor het laatste stuk van vandaag, naar ons motel aan de Saskatchewan River Crossing. Het is erg basic, maar wel schoon en netjes. Weer geen wifi, dus wederom een wat verlaat verslagje (je zou bijna denken dat we in een derdewereldland op reis zijn!).

donderdag 28 juni 2012

Dag 12 - Jasper



Leuk, dat tijdsverschil. Zeker als er iemand midden in de nacht belt of die onderdelen voor de Opel Astra nog steeds beschikbaar zijn. Blijkbaar heeft iemand op ondedelenzoeker.nl een typfout gemaakt in z'n telefoonnummer en nu ging bij Geriejan midden in de nacht de telefoon. Niet geheel uitgerust gingen we dus vanochtend op pad. Nadat Geriejan bij het bakkertje om de hoek nog een paar 'bear paws' had gehaald, een soort kaneelbroodjes, konden we op weg. We gingen eerst naar Maligne Canyon. De eerste stop was Fifth Bridge (er zijn zes bruggen die de canyon overspannen) en daar zag de rivier er gewoon uit als een wat ruige rivier. Toen we bij de echte canyon aankwamen, was het uitzicht wel anders: hoge rotswanden met een hoop watergeweld beneden.



We zijn het pad langs de canyon gaan lopen, helemaal tot aan de vijfde brug waar we met de auto al gestopt waren. Een erg leuke wandeling. We zagen hier dat het hoge water ook in Jasper zijn tol heeft geëist: er was een heel stuk pad weggeslagen.



Een eindje verderop kwam het water op zo'n mooie manier naar beneden dat je zou denken dat het iets van Intratuin was.



Weer terug in de auto, op naar Maligne Lake. Onderweg zagen we al snel een hele opstopping staan. Dat kan maar één ding betekenen: beren (of andere dieren) op de weg. In dit geval een dier waarvan we hopen dat het een caribou is (die zijn heel zeldzaam) maar het zou goed kunnen dat het 'gewoon' een Wapiti-hert was. De mensen kwamen echt gevaarlijk dicthbij dat dier, ze zouden volgens mij het liefst nog op zijn rug zijn gaan zitten, dus dit is één van de weinige foto's waarop geen toeristen te zien zijn.


Honderd meter verderop weer een hele opstopping: twee beren langs de weg! Ik heb er maar één goed op de foto kunnen zetten, de andere verdween al snel in de struiken.



Medicine Lake volgde al snel. Prachtig mooie uitzichten daar!


En weer liepen er dieren op de weg. Twee nogal smoezelig uitziende berggeiten.


Bij Maligne Lake dachten we: laten we eens gek doen en een roeibootje huren. Ook hier was het water hoger dan normaal, het hele boothuis was ondergelopen en de medewerkers moesten in waadpakken door de winkel lopen.



Tijdens het roeien bleek eens te meer dat we daar geen van beiden ook maar enige vorm van aanleg voor hebben, en de stroming die er stond door de wind maakte ons nog stuurlozer. Maar het was wel leuk om te doen!



Na het roeien zijn we nog een stukje langs het meer gaan wandelen.


Aan een picknicktafel hebben we onze Bear Paw opgegeten. Daardoor kregen we zin in nog meer zoete troep, dus terug in Jasper zijn we een lekker ijsje gaan halen bij Tim Horton's. En doorgereden naar Valley of the Five Lakes. We wilden daar het korte ommetje gaan doen, maar we hadden ons nogal verkeken op de afstand. Dus zijn we na het eerste meer maar teruggedraaid en zijn we nog rustig gaan zitten bij het meertje waar we gisteren ook zaten.

Het eten was vanavond erg lekker: souvlaki bij een restaurant dat Something Else heet. Een echte aanrader! En tja, toen ik die baklava op de kaart zag staan, kon ik die ook niet overslaan, natuurlijk. Oftewel: een dag van slecht eten. Morgen gaan we naar de Icefields Parkway. Hopelijk is er genoeg tijd om de Columbia Icefield, een gletsjer, te gaan bekijken. Ik geloof dat het hotel waar we verblijven internet zou moeten hebben, dus morgen meer!

woensdag 27 juni 2012

Dag 11: Wells Gray Provincinal Park - Jasper


Vandaag duurde onze dag een uurtje korter, want we zijn de grens overgestoken naar Alberta en daar is het een uur later. Dus toen we na een mooie rit door helaas wat bewolkte (en dus minder fotogenieke) bergen om half één Alberta binnenreden, was het meteen half twee. Ja, zo gaat je vakantie wel snel om natuurlijk! Eenmaal in Jasper hebben we meteen ons hotel opgezocht, het Astoria Hotel. Simpel, maar prima centraal gelegen.



Bij het informatiecentrum gaven ze ons een plattegrondje met daarop de wandelingen. Omdat het inmiddels al na twee uur was, zijn we eerst naar Pyramid Lake gereden, waar een klein eilandje uitkijkt op de bergen erachter.




Om een mooi uitzicht over de hele omgeving te hebben, zijn we vervolgens naar Old Fort Point gereden voor een korte maar steile klim naar een heuvel, vanwaar je de hele omgeving kan zien.




Eenmaal beneden raakten we aan de praat met een gezin uit het noorden van Canada, waar het op dit moment nauwelijks donker wordt en waar ze in de winter en maand lang temperaturen van -50 meemaken. Zodra die mensen op hun werk zijn, moeten ze hun auto inpluggen, omdat anders de accu het begeeft en ze niet meer naar huis zouden kunnen. Voor hen voelden de 16 graden en bewolking dus zo ongeveer aan als de tropen!

We hadden wel zin om nog even de benen te strekken en daarom zijn we naar Lake Annette gereden, een mooi blauw meer waar een wandelpad van 2,4 kilometer omheen loopt.




Onderweg kwamen we een redelijk professioneel uitziende fotoshoot tegen, waarvan het in eerste instantie leek alsof het een onschuldige bikinishoot was. Maar toen we aan de overkant van het meer nog eens de kant van de flitsen uitkeken, had zich bij de dame een heer gevoegd en namen ze een nogal gezellige pose aan. OK, zo'n soort fotoshoot dus.

Daarna zijn we terug naar het hotel gegaan en het stadje in om wat te eten. Het is een vriendelijk, niet al te druk plaatsje, maar dat kan ook zijn omdat de schoolvakanties hier pas dit weekend beginnen. Daarna zal het een heel stuk drukker zijn overal. Helaas werkt de internetverbinding van het hotel niet, ik denk dat ze even de router moeten resetten ofzo, dus ook dit verslag heeft weer iets vertraging opgelopen.

Morgen gaan we in ieder geval naar Maligne Canyon en Maligne Lake en - als we er tijd voor hebben - óf naar Mount Edith Cavell, óf naar de Valley of the Five Lakes. Die laatste liggen al een stukje de Icefields Parkway op, die we de twee dagen daarna gaan bekijken, maar langs die weg is zoveel te zien dat we ons niet bepaald zullen vervelen als we die meren alvast gezien hebben. Ze voorspellen voor morgen ook lekker veel zon, dus dan ziet alles er meteen wat vrolijker uit dan met de bewolking die we nu hebben!

dinsdag 26 juni 2012

Dag 10: Whistler-Clearwater


Vandaag hebben we veel kilometers gemaakt. Om precies te zijn: 488. We zijn rond acht uur uit Whistler vertrokken en pas rond half vier reden we Wells Gray Provincial Park in. Gelukkig was de weg die we hebben afgelegd heel mooi en divers. De eerste, pakweg 100, kilometers gingen door prachtig bergachtig terrein.





We reden lang allerlei mooie meren en watervallen. Bij het plaatsje Lillouet hebben we een stop gehouden, om bij de Visitor Information te vragen hoe de weg naar Kamloops erbij lag. Gelukkig was de weg open, dus na een korte koffiestop reden we verder. Gelukkig kreeg ik Geriejan nog mee de auto in!



Het landschap veranderde hier al snel van karakter. De naaldbomen maakten plaats voor een wat droger, soms zelfs dor landschap. Het leek eigenlijk meer op de prairies van bijvoorbeeld Wyoming dan op wat je doorgaans met Canada associeert, maar dat maakte de rit wel afwisselend.



Na heeel veeel kilometers kwamen we dan uiteindelijk aan in Wells Gray Provincial Park, waar we hebben ingecheckt in de Helmcken Falls Lodge. Eerlijk gezegd was de accommodatie wel érg basic voor de hoge prijs. En heel mooi gelegen is het ook niet, het ligt gewoon naast de weg. Volgende keer zouden we kiezen voor accommodatie in Clearwater, maar goed, voor een nachtje is het natuurlijk niet zo'n punt. Voordat we daar arriveerden waren we trouwens al bij de eerste waterval gaan kijken die je tegenkomt als je het park inrijdt: de Spahats Falls.



Nadat we onze koffers in de kamer hadden gedumpt, zijn we naar een uitzichttoren in het park gereden, de Green Mountain Tower. Prachtig wijds uitzicht hadden we daar! Vervolgens hadden we nog tijd voor twee watervallen voordat we ons in het restaurant van de lodge moesten melden voor het diner. De eerste watervallen, de Dawson Falls, leken wel wat op de Niagara Falls. Maar dan tien keer zo klein.



En daarna gingen we naar de watervallen waar de meeste mensen voor naar dit park komen: de Helmcken Falls. Ook weer prachtig, en ook weer met zo'n leuke regenboog omdat de zon er precies op stond.


Inmiddels was het alweer bijna half zeven en om zeven uur hadden we een tafel gereserveerd in het restaurant (later kon niet). De ober vroeg of we binnen wilden zitten of op het balkon (dat gelukkig overdekt was en voorzien van horren, want het stikt hier van de muggen. Gelukkig niets waar een beetje DEET niet tegen helpt). We kozen voor het laatste en dat bleek een geweldige keuze te zijn, want bij de ramen vlogen allemaal kolibries rond bij de bloemen en speciale lokflessen die daar hingen. Super om die beestjes zo te zien zenuwpezen, ze zijn ook zo schattig! Alleen snappen we nu wel waarom ze 'hummingbirds' heten in het Engels, maar goed, dan horen we toch liever gezoem van schattige minivogeltjes dan van muggen.



Morgen gaan we weer vroeg op want dan hebben we een rit van vier uur voor de boeg, naar Jasper National Park. Dat betekent ook dat we British Columbia verruilen voor Alberta. Benieuwd hoe het er in de Rockies uit zal zien!

maandag 25 juni 2012

Dag 9: Nanaimo-Whistler


De wekker ging vanochtend al vroeg, want we hadden een veerboot te halen naar het vasteland.Na een rustige overtocht reden we rond half elf de boot af, om te beginnen aan de tocht naa Whistler, die ook wel de Sea-To-Sky-Highway wordt genoemd. Het was werkelijk een prachtige rit, met om iedere bocht weer een ander mooi uitzicht. Onze eerste (sanitaire) stop was bij Porteau Cove, een baai net voorbij Vancouver. In het toiletgebouw hoorden we opeens een enorm getoeter, dus ik dacht: snel naar buiten, volgens mij rijdt er een vrachtwagen van de weg af. Wat bleek? Het was de Rocky Mountaineer, een trein die in twee dagen van Vancouver naar de Rockies rijdt. De volgende stop waren de Shannon Falls, een prachtige waterval.



En daarna kwam er alweer zo'n mooie waterval: de Brandywine Falls. De zon scheen hier mooi op, zodat er een regenboog te zien was in de mist.



Weer hoorden we getoeter en ja hoor... weer de Rocky Mountaineer!! We renden snel naar de spoorwegovergang om m'n goed te kunnen zien. Wat moet dat geweldig zijn om met die trein door dat landschap te rijden. We hebben ter plekke besloten dat die treinrit nog op ons 'to-do-lijstje' komt te staan. De trein reed langzaam, en de machinist riep nog voor de gein uit het raampje: "Is this the way to Whistler?" Gelukkig wel, want anders zouden wij ook verkeerd zitten!



Rond half twee arriveerden we in Whistler en zijn we in ons hotel, de Whistler Village Inn & Suites, gaan inchecken. Snel de auto in de (betaalde) ondergrondse parkeergarage gezet en op naar de skiliften, want we wilden graag de Peak-2-Peak kabelbaan nemen, de grootste kabelbaan ter wereld die van de ene bergtop naar de andere gaat. Daarvoor moesten we eerst de gondellift naar de top van Whistler Mountain nemen, waar nog aardig wat sneeuw lag.





We hadden prachtige uitzichten op het dorp beneden en op de omringende bergen. Vervolgens stapten we over op de Peak-2-Peak, de ons in elf minuten (en op een hoogte van ruim 400 meter) naar Blackcomb Mountain bracht.


Daar waren gewoon nog mensen aan het skiën en snowboarden, ze kwamen zo in hun hemdje van de berg afgeroetsjt! Om weer beneden te komen moesten we twee stoeltjesliften nemen.




De tweede was al bijna beneden toen ik iets over het gras zag banjeren. Een beer!



Snel een paar foto's gemaakt. Hij leek zich totaal niet te bekommeren om het feit dat er boven hem mensen bungelden. Eenmaal beneden zijn we terug richting ons hotel gelopen en toen viel eigenlijk pas op hoe 'Disney-achtig' dat hele dorp is. Ik weet niet hoe het er vóór 2010 uitzag, maar wij hadden het idee dat letterlijk alles voor de Olympische Spelen uit de grond is gestampt.



We hebben snel onze was bij elkaar geraapt, want het was zo onderhand eens tijd om een wasserette te gaan zoeken. Voordat we daarheen reden zijn we nog naar de Callaghan Valley Road gereden, de weg naar het Olympisch Park waar onder meer de bobsleebaan en de springschans liggen. We hadden gehoord dat daar vaak beren te zien zijn en we werden niet teleurgesteld. Onderweg zag ik er al één langs de highway, maar daar konden we natuurlijk niet zomaar stoppen. Op de Callaghan Valley Road kregen we al vrij snel een beer in het oog. Meerdere mensen stonden naar hem te kijken, maar hij negeerde ons echt compleet. Hij was een beetje aan het grazen.



Een stukje verderop zat nog een beer, een iets jonger exemplaar. Die ging op een gegeven moment lekker op z'n gemakje zitten (het enige wat nog aan het plaatje ontbrak was een andere beer en een paar broodjes) en zelfs liggen.


Ik weet niet of het wel helemaal gezond is dat zo'n beer totaal niet bang is van mensen, maar we hebben er wel leuke plaatjes van kunnen schieten. Daarna dan toch echt de was maar gaan doen, en terug in het dorp op zoek naar iets te eten. Dat vonden we bij de Amsterdam Pub (hoe fout het ook klinkt en, tja, eigenlijk ook wel is, de penne met kip en zongedroogde tomaatjes was hemels) en tot slot hebben we nog dankbaar gebruik gemaakt van de sauna en het bubbelbad. Even relaxen en de batterij opladen voor de lange rit van morgen!